6.72 Maatwerkdienstverlening 18-

Toelichting

De cijfers over de jeugdhulp waarvoor een indicatie nodig is (bron: Servicebureau Haaglanden), laten een helder beeld zien:

• Het percentage en aantal jeugdigen met jeugdhulp stijgt. De kosten stijgen harder dan het aantal cliënten. Per cliënt zijn de kosten gemiddeld hoger geworden. De problematiek is complexer, cliënten ontvangen langer hulp en het aantal jeugdigen dat terugkeert na een afgesloten traject stijgt.
• De toenames (zowel in aantal als kosten) vinden vooral plaats in de ambulante hulp en in het bijzonder bij  jeugdigen met een licht verstandelijke beperking (LVB) en/of GGZ problematiek.
• Meer kinderen groeien op in een gezinssituatie (thuis of jeugdhulp in gezinsvormen), het aantal plaatsingen met verblijf is afgenomen. Dit doel van de transformatie is daarmee behaald.

In 2015 ontving 7% van de jeugdigen onder de 18 jaar in Voorschoten een vorm van geïndiceerde jeugdhulp, dit percentage was in 2019 gestegen naar 12% (Bron: Servicebureau Haaglanden, van 408 unieke klanten naar 628 klanten).

Daarnaast hebben de gemeenten te maken met stijgende tarieven van de jeugdhulp en zijn er investeringen gemaakt en te maken om de kostenbesparende maatregelen uit het Actieplan Jeugdhulp Voorschoten 2019-2021 uit te voeren. De verwachte dalende kosten als gevolg van deze maatregelen zullen pas later zichtbaar zijn.

De kosten voor de jeugdhulp stijgen. Het voorveld (0 ^e en 1 ^e lijn) wordt in 2021 daarom versterkt op het gebied van preventie en laagdrempelige hulp en advies . Daarnaast wordt de toegang naar de geïndiceerde hulp (2 ^e lijn) aangescherpt en wordt binnen de 2 ^e lijn gestuurd op de Q (quantity, hoeveelheid hulp). Kwaliteit van zorg blijft hierbij centraal staan zodat de Voorschotense jeugdige en zijn netwerk zo goed en snel mogelijk geholpen wordt.

In 2021 wordt de focus op drie thema’s gelegd om grip te krijgen op de kosten :

• Het uitvoeren van het actieplan Jeugdhulp Voorschoten 2019-2021

Met het uitvoeren van de maatregelen uit het actieplan investeren we met name op:

• Het verder versterken van de lokale toegang en het preventieve veld;
• Het versterken van de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp;
• Het structureel inbedden van de Ondersteuner Jeugd en Gezin binnen de lokale toegang;
• Het verminderen van het aantal doorverwijzingen naar de 2 ^e lijn door het bieden van laagdrempelige hulp in de 1 ^e lijn.

• Het verduidelijken, aanscherpen en uniformeren van de (gemeentelijke) toegang tot de 2e lijn (Q sturing).

We gaan sturen op de Q: de hoeveelheid zorg. Het gaat hier om sturing op de aantallen indicaties, de omvang en duur van de zorg. Bijvoorbeeld door het aanscherpen van de toegang en te onderzoeken welke landelijke, wetenschappelijke normenkaders beschikbaar zijn voor verschillende types hulp (in overleg met de gemeenten in de Haagse regio). Een aanzienlijk deel van de jeugdhulp wordt geïndiceerd door andere partijen dan de gemeente. Er lijkt behoorlijk veel variatie te zitten in de aanvragen, zowel in duur als omvang. In 2021 wordt daarom ook ingezet op het verkrijgen van inzicht in deze variaties en waar mogelijk het sturen op meer uniformiteit.  

• Contractmanagement, controle en verantwoording

We maken in ons contractmanagement, controle en verantwoording gebruik van de lokale, regionale en landelijke beschikbare data (kwantitatief en kwalitatief) en sturen daarmee actief op de uitvoering van de zorg. Deze sturing vindt lokaal en regionaal plaats, van accountgesprekken met de lokale toegang tot de regionale ontwikkeltafels met zorgaanbieders.

Ter illustratie:

• In 2021 wordt regionaal gewerkt met bestedingsruimte per aanbieder, met als uitgangspunt dat aanbieders gedurende het jaar zorgvuldig kijken naar verantwoorde mogelijkheden om de zorg af te schalen of beëindigen zodat binnen het budget ruimte blijft voor nieuwe klanten.
• In de 0 ^e en 1 ^e lijn dienen partijen zich kwantitatief en kwalitatief te verantwoorden, zoals ook opgenomen in de subsidiebeschikkingen en lokale contracten. Hierdoor kan gestuurd worden op o.a. de beschikbare vrij toegankelijke hulp en doorverwijzingen naar de 2 ^e lijn.

Tot slot zal er eind 2020/begin 2021 een regiovisie worden opgeleverd met daarin de uitgangspunten voor een duurzame samenwerking tussen de gemeenten en het uitzetten van de koers van de komende jaren (2021-2025) op transformatie van de jeugdhulp, de verbinding met andere aanpalende velden in het sociaal domein en het onderwijs, de samenwerking met de jeugdhulpaanbieders en de ketenpartners. De regiovisie zal mede als inhoudelijk kader dienen voor de resultaatgerichte jeugdhulp in de komende jaren.

Er is in bovenstaande geen rekening gehouden met de gevolgen van de Corona crisis omdat deze nog niet concreet gemaakt kunnen worden. Het aantal aanmeldingen is teruggelopen tijdens de crisis. Aanbieders verwachten dat een deel van de jeugdigen en hun netwerk hun zorgvraag hebben uitgesteld waardoor mogelijk na de crisis een deel van deze zorg ingehaald wordt. De zorgvraag is mogelijk complexer omdat problematiek minder snel is opgepakt en er binnen gezinssituaties meer spanningen kunnen zijn.