De vermogenspositie wordt onderverdeeld in de volgende onderwerpen:
- Eigen vermogen
- Vreemd vermogen
- Weerstandsvermogen
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is opgebouwd uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. De algemene reserves bestaan uit de concernreserve en de reserve weerstandsvermogen. De concernreserve heeft geen vastgestelde bestemming en is daarmee ook het vrij besteedbare deel van de reserves. De bestemmingsreserves hebben wel een door de raad vastgesteld doel en kunnen alleen voor dat doel worden aangewend, tenzij de bestemming van de reserve wordt gewijzigd door de raad.
In het meerjarenperspectief daalt het eigen vermogen van € 33,8 mln. (miljoen) naar € 29,5 mln. In de toelichting op het meerjarenperspectief (in de financiële begroting) is een overzicht opgenomen van alle reservemutaties. In de bijlage 'Reserves en Voorzieningen' treft u een overzicht aan van alle algemene- en bestemmingsreserves.
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding weer van het eigen vermogen als onderdeel van het totale vermogen. De solvabiliteitsratio bedraagt begin 2020 40,2%. Dit betekent dat 40,2% van het gemeentebezit met eigen vermogen gefinancierd is, wat volgens VNG-normen matig is. Ook de ratio van 32,7% in 2024 wordt aangemerkt als matig. Hierbij dient men zich te realiseren dat de resterende 59,8% voor 55,8% bestaat uit lang aangetrokken geldleningen. De rest bestaat uit door de raad ingestelde voorzieningen voor de bekostiging van toekomstige lasten (voor bijv. onderhoud van de openbare ruimte) en uit exploitatie-gerelateerde posten zoals crediteuren en andere nog te betalen bedragen.
Tabel 5 Solvabiliteitsratio 2020-2024 (bedragen * € 1.000,-)
Prognose per 31 december | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|
Eigen vermogen (A) | 33.777 | 31.962 | 30.553 | 30.015 | 29.477 |
Totaal vermogen (B) | 83.998 | 86.734 | 90.447 | 90.284 | 90.051 |
Solvabiliteitsratio (A/B) | 40,2% | 36,9% | 33,8% | 33,2% | 32,7% |
Vreemd vermogen
Het vreemd vermogen is opgebouwd uit de voorzieningen en de schulden.
Voorzieningen
De stand van de voorzieningen bedraagt per 1 januari 2021 € 11,1 miljoen en neemt in 4 jaar tijd toe tot € 12,8 miljoen. Deze toename van € 1,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door het in dit meerjarenperspectief achterblijven van de voorgenomen beschikkingen ten opzichte van de structurele dotaties. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en bijlage 2.
Schulden
De schulden van de gemeente Voorschoten bestaan uit langlopende en kortlopende geldleningen. Op de langlopende geldleningen wordt jaarlijks afgelost.
Binnen de integrale financiering zal Voorschoten per 1 januari 2021 naar verwachting voor € 28,0 miljoen aan langlopende geldleningen en € 1,9 miljoen aan rekening courant aangetrokken hebben. De netto schuldquote per 1 januari 2021 is 50,4%, neemt in 2021 toe tot 56,1% en loopt in de jaren daarna op tot 67,4% en eindigt eind 2024 op ca. 66,1%. Eind 2024 bedraagt de omvang van de lang aangetrokken financiering naar verwachting ca. € 33,8 mln.
Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering.
In de Nota schuldenbeheersing is afgesproken de omvang van de totale schuld, dus de lange én korte schuld, niet meer te laten oplopen dan € 53 mln. Uitgaande van een geëxtrapoleerd jaarlijks gemiddeld vervangingsinvesteringentotaal van € 2,5 mln. wordt die grens bereikt als van 2021 tot en met 2030 jaarlijks gemiddeld een kleine € 1,5 mln. aan aanvullende investeringen wordt gerealiseerd (dus boven de in het meerjarenperspectief opgenomen investeringsplan). Omdat deze € 14,7 mln. investeringsruimte nog niet concreet is ingevuld zijn de daaruit voortvloeiende bedragen nog niet in het voorliggende meerjarenperspectief verwerkt.
Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde capaciteit daalt met een score van 4,9 licht ten opzichte van de jaarrekening 2019. De reserve Weerstandsvermogen staat op dit moment op € 4,0 mln. en is daarmee te laag ten opzichte van de verwacht benodigde € 4,6 mln. Hoewel de omvang van de risico’s elk jaar wel iets schommelt wordt toch voorgesteld om vanuit de concernreserve een storting te doen in de Reserve Weerstandsvermogen en deze op het niveau van € 5,0 mln te brengen. Hierbij is meegewogen dat de kans zeer klein wordt geacht dat alle risico’s zich daadwerkelijk voor doen in hetzelfde jaar.